Psychologen gaan commercieel
De vraag naar psychologen is de laatste zeven jaar verrassend constant. Ze moeten wel de concurrentie aangaan met andere sociale wetenschappers.
Evert de Vos
VRAAG
Het taboe op psychologische ondersteuning is al geruime tijd doorbroken. Maar wie denkt dat deze psychologisering van de samenleving tot een gunstige arbeidsmarkt voor afgestudeerde psychologen leidt, komt echter bedrogen uit. De vraag naar psychologen is de laatste zeven jaar verrassend constant, zo blijkt uit een onderzoek van de psychologen Joop Vruggink, Eline Bruggemans en Ton van Boxtel. Het drietal, dat hun bevindingen publiceerde in het vakblad De Psycholoog telde de vacatures in de Volkskrant en Intermediair in de eerste vier maanden van de jaren 1990, 1992, 1994 en 1997. In het eerste jaar van hun steekproef kwamen ze tot 307 vacatures, zeven jaar later waren het er slechts zestien meer. In de tussenliggende jaren vormde 1992 een positieve uitschieter (369) en was 1994 het dieptepunt (267).
Wat wel sterk veranderde, is het type werkgever dat op zoek is naar een psycholoog. In 1992 waren de gezondheidszorg en de sector onderwijs en onderzoek verantwoordelijk voor driekwart van de vacatures. In 1997 is dit gezakt tot onder de veertig procent. Psychologen worden nu in toenemende mate gezocht door commerciële organisaties, die verantwoordelijk zijn voor 38 procent van de vraag.
AANBOD
Jaarlijks komen er zo'n duizend psychologen van de universiteiten. Dit veroorzaakt een groei van de beroepsgroep. Ondanks deze toename en de toenemende concurrentie met andere sociale wetenschappers is de arbeidsmarktsituatie van recent afgestudeerden niet eens heel slecht te noemen. Een jaar na het verlaten van de universiteit heeft 92 procent van de ex-studenten een baan gevonden, zo blijkt uit de vorig jaar verschenen Arbeidsmarktmonitor van de Universiteit Utrecht. Bij tachtig procent ging het om een baan op minimaal hbo-niveau. Hiermee scoort de faculteit psychologie goed in vergelijking met andere sociale wetenschappen. Toch is de situatie niet voor alle psychologen gunstig. Arbeids- en organisatiepsychologen zijn in trek bij de commerciële bureaus. Maar de klinisch psychologen die vooral zijn aangewezen op de reguliere gezondheidszorg zullen moeilijker een baan vinden in het eigen vakgebied, is hun verwachting.
Commentaar
De arbeidsmarktpositie van psychologen verandert weinig, schrijft Evert de Vos. Ik maak bezwaar tegen de conclusie dat de vraag naar psychologen de afgelopen zeven jaar 'verrassend constant is' zoals de psychologen Vruggink, Bruggemans en Van Boxtel concluderen. Psychologen komen vaak terecht in functies waar geen psycholoog voor wordt gezocht. Uit onderzoek (Holthuis, 1993) naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerde psychologen aan de faculteit van de Universiteit van Amsterdam bleek dat bij de functie van de werkenden slechts in vijftig procent van de gevallen specifiek een psycholoog werd gezocht. De andere helft van de werkgevers vroeg een sociaal wetenschapper, orthopedagoog, academicus, 'hbo-niveau' of iets dergelijks.
Psychologen vinden verder eerder een baan via andere manieren dan via een advertentie in de media. Het merendeel van de werkenden vond een baan via netwerken, een oude werkgever en open sollicitatie, een baan voor of tijdens de studie, de universiteit of stage. Hoewel het verheugend is dat psychologen werk vinden via Intermediair of de Volkskrant, lijkt mij het optellen van advertenties uit deze media geen valide methode om uitspraken te doen over de (veranderde) arbeidsmarkt voor psychologen.
Mark Holthuis